Ministerraad keurt voorontwerp van wet goed voor een betere toegang van KMO’s tot overheidsopdrachten

België staat bekend als een land met een sterke KMO-sector die bijna 99,8% van alle bedrijven vertegenwoordigt en instaat voor 68,8% van de werkgelegenheid. Toch blijft de relatie tussen KMO’s en overheidsopdrachten een uitdagend onderwerp. Deze bedrijven hebben in ons land nog steeds moeite om toegang te krijgen tot overheidsopdrachten vanwege verschillende obstakels die ze ervaren, waaronder een aanzienlijke administratieve last bij de deelname aan overheidsopdrachten, te lange betalingstermijnen, een gebrek aan informatie of kennis (zowel bij de onderneming als bij de overheid) en de complexiteit van sommige overheidsopdrachten.

In de afgelopen jaren worden echter meer en meer initiatieven genomen om de kloof tussen KMO’s en overheidsopdrachten te dichten. Zo publiceerde de  regering-De Croo, die overheidsopdrachten als een centraal element in de relance ziet, een gemeenschappelijk actieplan ter bevordering van de toegang van kmo’s tot overheidsopdrachten. Dit uitgebreide plan van 61 pagina’s omvat tal van actiepunten en stelde ook een evaluatie van de regelgeving in het vooruitzicht: “Bovendien wordt op de achtergrond het regelgevende kader waarbinnen de aanbestedende overheden moeten werken, geëvalueerd.”

De evaluatie van de regelgeving mondde recent reeds uit in de wijzigingswet van 8 februari 2023. Deze wet zet in op een betere transparantie, governance en rapportering inzake overheidsopdrachten (zie hierover meer in onze blog “Wetswijziging met het oog op meer governance en transparantie bij overheidsopdrachten”).

De inkt van de wet van 8 februari 2023 was amper droog en de ministerraad stemde op 28 april 2023 reeds in met een nieuw voorontwerp van wet ter bevordering van de toegang van KMO’s tot plaatsingsprocedures van overheidsopdrachten. Dit voorontwerp beoogt de volgende wijzigingen:

  • Bevordering van de betaling van voorschotten:

    Aanbesteders zullen in de toekomst voorschotten kunnen betalen van een verschillende omvang, naargelang de grootte van de onderneming. De voorschotten bedragen maximum 20 procent van het opdrachtbedrag en lopen maximaal op tot 225.000,00 EUR. De aanbesteder dient minstens een voorschot van 5 procent te betalen wanneer hij een administratieve overheid is en de ondernemer een KMO is van minder dan 250 personen. Dit percentage wordt verhoogd tot 10 procent voor kleine ondernemingen met minder dan 50 personen en tot 20 procent voor micro-ondernemingen met minder dan tien personen. Met deze wijziging beoogt de regering tegemoet te komen aan de nood van KMO’s aan meer liquiditeit. 

  • Verplichte biedvergoeding in bepaalde procedures:

    Aanbesteders zullen in de toekomst in bepaalde plaatsingsprocedures verplicht worden om een biedvergoeding toe te kennen aan inschrijvers wanneer intellectuele of creatieve inspanningen nodig zijn om een offerte te kunnen indienen (denk bijvoorbeeld aan architectenopdrachten). Op deze wijze kan een deel van de gemaakte kosten van de ondernemer die de opdracht niet gegund krijgt worden gecompenseerd. 

  • Voorlopige rangschikking van de offertes:

    Het voorontwerp brengt eveneens wijzigingen aan, op basis waarvan de aanbesteder in bepaalde gevallen (enkel bij procedures waarbij de prijs het enige criterium is) verplicht kan worden om onmiddellijk na de opening van de offertes de individuele plaats van de offertes in het voorlopig klassement mee te delen. Deze wijziging heeft als doel de transparantie te verhogen en de ondernemer toe te laten de opdrachten beter in te plannen.

  • Bevestiging van het ”only once principe” in het kader van prijsvragen:

    Op basis van dit principe dient een onderneming haar gegevens slechts eenmaal door te geven aan een aanbesteder, waarna deze laatste ze dan ter beschikking stelt van de andere overheidsinstanties.

Het voorontwerp zal nu worden voorgelegd ter advies aan de Raad van State, alvorens het – al dan niet aangepast – door het Parlement kan worden beoordeeld en gestemd.

Tender Law komt hierop terug zodra de teksten beschikbaar zijn en houdt u uiteraard op de hoogte van de verdere ontwikkelingen.

Voor meer informatie omtrent dit artikel kan u steeds terecht bij Stijn Maeyaert en Ine Verbelen.