Wetswijziging met het oog op meer governance en transparantie bij overheidsopdrachten

De wet van 8 februari 2023 wijzigt voornamelijk de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten (Wet Overheidsopdrachten 2016). Hierdoor zal u als ondernemer meer inzicht krijgen in de opdrachten die aanbesteders plaatsen en die nu nog onder de radar blijven. Daarnaast zet de wet in op het rapporteren van gegevens aan de bevoegde instanties zodat ook zij de nodige monitoring kunnen doen.

De nieuwe wet is in wezen een reactie op het feit dat de rapportering van gegevens door aanbesteders niet gebeurde of niet afdoende was. Door de regels aan te scherpen én een beroep te doen op het nieuwe e-Procurement platform dat binnen een aantal maanden wordt gelanceerd, hoopt de wetgever op deze manier over meer gegevens te beschikken. Zo zal het onder meer  mogelijk zijn om de mate van deelname van kmo’s aan overheidsopdrachten meer in detail op te volgen.

Hoewel de wet van 8 februari 2023 op 16 februari 2023 in het Belgisch Staatsblad werd gepubliceerd, zullen de aanpassingen stapsgewijs worden ingevoerd. Hieronder brengen we u een overzicht van de specifieke wijzigingen aan de Wet Overheidsopdrachten van 2016 in functie van de inwerkingtreding ervan.

Vanaf 26 februari 2023: Bekendmaking gemotiveerde beslissing tot stopzetting procedure

De wet van 8 februari 2023 voert in eerste instantie een verplichting in om ook bij de stopzetting van de plaatsingsprocedure en het eventueel herbeginnen van een nieuwe procedure een aankondiging te publiceren. Vroeger bestond deze verplichting niet, waardoor ondernemers die niet deelnamen vaak moesten gissen wat de uitkomst van de procedure was. Deze nieuwe regel zal bijvoorbeeld toelaten om te controleren of de aanbesteder wel correct de regels toepaste bij een eventuele herneming van de opdracht door middel van een flexibelere procedure. Het is immers mogelijk om een (niet-)openbare procedure te herbeginnen via een onderhandelingsprocedure als er geen, geen geschikte, enkel onregelmatige of enkel onaanvaardbare offertes werden ingediend. Omdat er geen verplichting bestond tot de publicatie van een stopzettings- en (desgevallend) een hernemingsbeslissing, ontbrak een bredere controle hierop volledig. Dit is door de nieuwe wet nu weggewerkt. Ten slotte laat deze verplichting ook toe om bredere statistieken van het aantal gegunde en niet-gegunde opdrachten bij te houden.

Vanaf 1 september 2023: Uitbreiding van het gebruik van elektronische platformen en de aankondiging van gegunde opdracht ook onder EU-drempels

De wet verruimt het toepassingsgebied voor het verplichte gebruik van elektronische platformen voor overheidsopdrachten die zijn geplaatst door middel van een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking of (in de speciale sectoren) de oproeping tot mededinging, en waarvan het bedrag van de opdracht onder de drempel van de Europese bekendmaking ligt. De wet verplicht namelijk dat offertes via het e-Procurement platform moeten worden ingediend. De uitzondering dat offertes in het kader van deze plaatsingsprocedures ook op papier of per e-mail konden worden ingediend, verdwijnt dus uit de wet.

Vanaf 1 september 2023 rust er eveneens een verplichting op de aanbesteders om een vereenvoudigde aankondiging van de gegunde opdracht te publiceren voor opdrachten onder de drempel voor de Europese bekendmaking, waarbij er informatie wordt gegeven over de resultaten van de plaatsingsprocedure. Zo zullen dus ook de opdrachten die worden geplaatst via een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking het voorwerp moeten uitmaken van dergelijke bekendmaking. Zo weet je ineens dat er zo’n opdracht werd geplaatst en wie de opdracht gegund kreeg.

Vanaf 1 januari 2025: Meldingsplicht inzake raamovereenkomsten en overeenkomsten van beperkte waarde

Vanaf 1 januari 2025 zullen aanbesteders melding moeten maken van de totale waarde van alle opdrachten die zijn gegund op basis van individuele raamovereenkomsten die gedurende het afgelopen jaar werden afgesloten. Hierbij wordt de totale waarde van deze opdrachten per begunstigde onderneming opgesplitst naargelang het gaat over opdrachten voor werken, leveringen of diensten. De registratie van de begunstigde onderneming gebeurt op basis van het KBO-nummer. De aanbesteders maken voor de rapportering van deze gegevens gebruik van het nieuwe e-Procurement platform. Volledigheidshalve wijzen we erop dat deze verplichting de aanbesteders er niet van ontslaat om de regels inzake de maximale waarde voor raamovereenkomsten te respecteren.

In lijn met de meldingsplicht inzake de raamovereenkomsten, rust er vanaf 1 januari 2025 ook een meldingsplicht op de aanbesteders wat betreft de opdrachten van beperkte waarde. Deze verplichting bestond al in artikel 165, § 2 Wet Overheidsopdrachten 2016, maar ze wordt nu (licht) gewijzigd. Aanbesteders dienen voortaan melding te maken van de totale waarde van alle opdrachten van beperkte waarde die het voorgaande jaar zijn gegund. Net zoals bij de meldingsplicht inzake raamovereenkomsten, wordt de totale waarde van deze opdrachten per begunstigde onderneming opgesplitst naargelang het gaat om opdrachten voor werken, leveringen of diensten. De registratie van de begunstigde onderneming gebeurt eveneens op basis van het KBO-nummer. Let wel: de verplichting tot rapportering is niet van toepassing op opdrachten met een waarde lager dan 3.000,00 euro (excl. btw).

Conclusie

De wet van 8 februari 2023 zet een eerste stap in de goede richting van verhoogde transparantie die momenteel in het kader van de plaatsing, gunning en sluiting van overheidsopdrachten nog op veel vlakken ontbreekt. Of deze wijzigingen effectief hun doel zullen bereiken, zal de tijd moeten uitwijzen. We kunnen dit initiatief (en hopelijk nog vele daarna) echter alleen maar toejuichen.

Voor meer informatie omtrent dit artikel kan u steeds terecht bij Stijn Maeyaert, Ine Verbelen of Ewoud Hacke.