Formele motivering bij overheidsopdrachten: “summier” betekent niet per se gebrekkig

RvS 3 augustus 2018, nr. 242.179

ESSENTIE

Het middel waarin wordt betoogd dat de beoordelingsmethode niet voorafgaand aan de opening van de offertes door de verwerende partij werd vastgesteld, mist feitelijke grondslag, vermits de beoordelingsmethode voorafgaandelijk blijkt te zijn vastgesteld in het dossier dat aan de Inspectie van Financiën werd voorgelegd. Deze beoordelingsmethode lijkt ook te zijn gevolgd bij de beoordeling van de offertes.

De Raad verwerpt een te ruime interpretatie van de formele motiveringsverplichting. Deze houdt niet in dat elk onderdeel van een beoordelingselement dat in het bestek is vermeld, maar dat in de offertes van de beide inschrijvers gelijklopend positief of negatief wordt beoordeeld, telkens uitdrukkelijk opnieuw zou moeten worden benoemd. De motivering is in dit concrete geval “eerder summier”, maar biedt toch inzicht in de relevante verschillen tussen de offertes en is daarom afdoende.

VOLLEDIGE ARREST

Het volledige arrest vindt u via deze link.